Hooglied 1:5

ABIk ben donker, maar bekoorlijk, dochters van Jeruzalem! Zoals de Kedar tenten, zoals Salmah's gordijnen.
SVIk ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.
WLCשְׁחֹורָ֤ה אֲנִי֙ וְֽנָאוָ֔ה בְּנֹ֖ות יְרוּשָׁלִָ֑ם כְּאָהֳלֵ֣י קֵדָ֔ר כִּירִיעֹ֖ות שְׁלֹמֹֽה׃
Trans.šəḥwōrâ ’ănî wənā’wâ bənwōṯ yərûšālāim kə’âŏlê qēḏār kîrî‘wōṯ šəlōmōh:

Algemeen

Zie ook: Doek, gordijn, kleed, Jeruzalem, Kedar, Salomo (koning), Sulamitische vrouw (Hooglied), Tent, Zwart

Aantekeningen

Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

שְׁחוֹרָ֤ה

zwart

אֲנִי֙

Ik ben

וְֽ

doch

נָאוָ֔ה

liefelijk

בְּנ֖וֹת

gij dochteren

יְרוּשָׁלִָ֑ם

van Jeruzalem

כְּ

gelijk

אָהֳלֵ֣י

de tenten

קֵדָ֔ר

van Kedar

כִּ

gelijk

ירִיע֖וֹת

de gordijnen

שְׁלֹמֹֽה

van Sálomo


Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!